Lijstduwer, Gent / 2de plaats, provincie Oost-Vlaanderen
Kruimelpad
Stijgend aantal diabetici legt vinger op de Belgische wonde
600.000 Belgen kregen in 2021 de diagnose diabetes. U leest het goed, Belgen. Wie verder zoekt buiten de krantenartikels en de cijferdatabank van het Intermutualistisch Agentschap raadpleegt, merkt op dat dit Belgische cijfer veel vertelt over hoe "België" werkt. Vooral niet werkt. Dat stellen Vlaams Parlementsleden Koen Daniëls, Elke Sleurs en Katja Verheyen op artsenkrant.com.
e coronacrisis toonde al aan hoe complex dit land is. In het preventiebeleid investeert de regio Vlaanderen miljoenen in allerhande campagnes en methodieken voor gezondheidsbevordering. Het is echter niet datzelfde niveau dat de vruchten plukt van die investeringen. Als goed preventief beleid ervoor zorgt dat een Vlaming op termijn geen diabetes ontwikkelt, dan zal het de federale ziekteverzekering zijn die op termijn minder uitgaven zal doen.
De Vlaamse gemeenschap vult haar bevoegdheid op vlak van preventie al jaren in via een eigen decreet dat inzet op de zogenaamde gezondheidsdoelstellingen. Één van die doelstellingen is gebundeld in het plan ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’. Het is een overkoepelend plan voor de vroegere doelstellingen alcohol- en tabakpreventie, gezonde voeding, beweging en drugpreventie.
Dankzij dat beleid had Vlaanderen pas in 2021 een diabetescijfer dat Wallonië reeds in 2009 had bereikt. 61 Vlamingen per 1.000 kregen in 2021 de diagnose diabetes. In het Waals gewest was dat intussen al opgelopen tot 82. Of hoe investeren in preventie een verschil maakt, maar er geen enkele responsabilisering is.
Daarom streven we naar een nieuw model: een brug tussen de preventieve en de curatieve eilandjes die nu bestaan. Een brug die ervoor zorgt dat het preventieve sterker wordt om het curatieve te ontlasten. Het huidige preventiebudget is te laag, vergeleken met cijfers van andere OESO-landen. In 2013 stelde professor Lieven Annemans het al treffend in de krant De Morgen:
“De Vlaamse minister doet wat hij kan met de middelen die het heeft. Het Vlaamse niveau kan ook de vruchten van die inspanningen niet plukken. Als preventie op termijn winst oplevert, dan is het vooral de ziekteverzekering die daar voordeel uit haalt. Geld dat niet terugvloeit naar Vlaanderen. Als de federale regering een beter beleid zou voeren, zouden er automatisch middelen kunnen vrijkomen om aan te besteden.”
Recent werd dit opnieuw bevestigd in de reflecties van het vakevent Inspire Health & Care 2023: “Door de versnippering van bevoegdheden in de gezondheidszorg is er een discrepantie ontstaan, waarbij opbrengsten via het RIZIV op federaal niveau zitten, terwijl de kosten voor preventie op niveau van de deelstaten worden gemaakt. Het financieringsmodel moet dus onder de loep worden genomen om kosten en opbrengsten op elkaar af te stemmen.”
Als men hier tien jaar geleden tot nu al van overtuigd was, waarom is er dan nooit werk gemaakt van een asymmetrisch samenwerkingsakkoord zoals dat nu ook binnen het beleidsdomein Werk is uitgerold? Ook daar leverden de inspanningen van de deelstaten om werklozen te activeren geen terugverdieneffect op om dat activeringsbeleid verder te versterken. Als minder werkloosheidsuitkeringen moeten betaald worden, dan is het de federale overheid die daar de vruchten van plukt. Hetzelfde verhaal gaat op voor preventie bij onder andere diabetes.
Gezondheidseconomen zoals Annemans berekenden in 2017 al dat alleen al bij obesitaspreventie een budget van 2,8 miljard euro over 20 jaar kan worden uitgespaard. Middelen die deels terug kunnen vloeien naar een evidence based en werkzaam preventiebeleid. In een model waar Vlaanderen de baten van haar preventiebeleid opnieuw kan investeren in preventie, dan kan Vlaanderen opklimmen richting OESO-gemiddelde. Op die manier maken we de Vlaming echt gezonder en dompelen we hem niet onder in het Belgische cijfer waarbij de ene met de voeten sleept, terwijl de ander werk maakt van en investeert in zijn bevoegdheid.
Bepaalde partijen trekken zulke voorstellen uiteraard in het belachelijke en nemen dan aan dat een uitgespaarde euro het enige is dat telt. Die euro moet voor de N-VA uiteraard terug naar preventie. Vlaanderen zou meer kunnen doen, . Laat ons hierin concluderen dat opnieuw duidelijk is dat eigen keuzes maken met eigen verdiende centen een wereld van verschil zou zijn. Vlaanderen moet beloond worden voor het preventieve beleid dat het altijd al heeft gevoerd. We hopen dat alle organisaties die zich met preventief gezondheidsbeleid bezighouden ook die boodschap met zich meedragen en mee pleitbezorger worden van een confederaal model waarbij we de Vlaming gezonder maken ook na 2025.